Geschiedenis
Op 4 mei 1945 wordt Nederland bevrijd van de Duitse onderdrukking en op 2 september komt de Tweede Wereldoorlog officieel tot zijn einde. Het eerste collegejaar na de bevrijding, het jaar ’45-’46, stroomt een ongekend aantal aanmeldingen voor de studie scheikunde binnen. De Natuur Philosophische Faculteitsvereniging organiseerde als reactie een oprichtingsvergadering om de nog naamloze studievereniging voor scheikundestudenten uit Amsterdam leven in te blazen. Hiervoor bestonden er ‘slechts’ vaktechnische disputen of hechte groepen op laboratoria van jaar tot jaar. Niet veel later krijgt de vereniging haar naam als Amsterdams Chemisch Dispuut bij de algemene ledenvergadering onder leiding van het eerste bestuur bestaande uit B. Mulder, F. Haak (praeses), B. Jibben. C. Kuipers en J. Links. In de tijd van de wederopbouw van Nederland, waarin veel mensen weer moeten wennen aan het vrije leven, begon het ACD zo zijn levensloop. Voordat men kon beginnen aan de wederopbouw hebben de studenten van het ACD geëist dat al het personeel dat collaborateur was geweest in de oorlog ontslagen moesten worden waar de UvA ook gehoor aan heeft gegeven Later zijn zowel de studenten als de UvA coulanter geworden: mensen waren niet alleen maar “goed” of “fout”. Mensen die een samenwerkingsverklaring aan de bezettende macht hadden ondertekend maar verder Nazi-Duitsland niet daadwerkelijk ondersteund hadden werden in de jaren na de oorlog langzaamaan weer aangenomen. Zo’n vijftig jaar na oprichting van de vereniging is er een jaarboek gepubliceerd over de studie scheikunde in deze periode, van 1937–1947. Dit jaarboek is in de loop van de jaren verloren geraakt maar is tijdens het opstellen van almanak voor ons 75-jarig bestaan weer boven water gekomen door de almanakcommissie. In het jaarboek, dat je hier kunt lezen, wordt scheikunde voor de oorlog en de eerste jaren van het ACD uitgebreid besproken met interessante verhalen, de oprichtingsvergadering, onze eerste ALV’s en nog veel meer interessante stukken en memorabilia uit deze tijd.
De studievereniging organiseerde in haar kinderjaren met name succesvolle excursies en minder druk bezochte lezingen, waarvan de eerste een groter succes waren dan de tweede met vaak niet meer dan 10 man. Pas in de jaren ’60 werden de eerste buitenlandse excursies georganiseerd: eerst naar Duitsland en later naar Zwitserland, Zweden en Schotland. Het lijkt wel alsof het ACD toen meer budget had voor reizen, aangezien deze bestemmingen nu niet eens in de brainstormsessies van de BEC voorkomen. Met de komst van de buitenlandse excursies verschenen er ook steeds meer commissies voor andere activiteiten.
Om beter de informatie te verspreiden onder de leden, werd in 1968 het eerste ACD blad gedrukt, 23 jaar na de oprichting van de studievereniging. Vóór 1968 werden brieven vanuit het bestuur gestuurd, het convocaat, om de leden op de hoogte te houden van de vele bezig- heden van bestuur. Het kersverse ‘BLAD’ omvatte vooral practicumroosters, verslagen van faculteitsvergaderingen en andere mededelingen van het bestuur, de leden en niet-leden. Aangezien mailcontact nog niet bestond, werd het blad beschouwd als een cruciale levensvoorwaarde voor de vereniging en werd het uiterst serieus genomen. Wat verder opvalt, is de veranderde terminologie in de bladen voor de fases van de opleiding. Na drie jaar studeren deed je je kandidaatsexamen, vergelijkbaar met onze bachelor. Daarna kwam de doctoraal fase die ook na weer 3 jaar werd afgesloten met een doctoraal examen. Daarvoor kreeg je de titel Doctorandus met het idee dat iemand dan doorging naar zijn promotie tot Doctor.
In het collegejaar 70-’71 werd een nieuwe bestuursfunctie gecreëerd, de onderwijscommissaris, wat voor veel leden meer inspraak in de organisatie van het onderwijs betekende. In de jaren 70 waren de studenten echter niet alleen maar serieus, ook in die tijd werd er van borrels genoten. De prijs voor een biertje lijkt wel enorm veranderd: van f0,25 cent toen naar €1,20 nu. Als je echter denkt aan inflatie valt dat allemaal wel mee. Toen waren de ACD’ers omgerekend ook €1,12 kwijt. Maar hoe moest je eigenlijk betalen voor je versnapering of verkoelende dorstlesser? In de jaren 80 was betalen via tikkie nog geen optie maar er was wel al een variant op ons huidige pofsysteem: de ACD-ledenrekening. Stond je in de min, dan kreeg je eer acceptgiro thuisgestuurd.
Nieuwe studenten werden in het verleden ook al met open armen ontvangen door de commissie INTREE en er zijn ook duidelijke raakvlakken tussen de vakken van toen en nu. In 1991 werd het veiligheidsonderwijs, zoals dat toen genoemd werd, ingevoerd; er bestond zelfs een apart vak voor van 1,5 EC. Er was naast scheikunde ook scheikundige technologie op de UvA en ook toen was er geklooi met de hoeveelheid en verdeling van natuurkunde over de verschillende jaar- lagen binnen de studie. In die jaren werd er al gespeculeerd over een verhuizing naar de Watergraafsmeer, waar toen nog geen enkel teken van het te bouwen Science Park was. In 1993 organiseerde het ACD de magische ONCS en ook toen was er samenwerking met VCSVU. Er deden 375 mensen (normaal 250) mee, waarvan 3 Britse en 2 Duitse teams. In plaats van een feest op de woensdagavond in het sportcafé op het sportcomplex, werd er een kroegentocht door Amsterdam georganiseerd. Op de donderdagavond nam de befaamde bierestafette plaats en de volgende dag ging de wekker om 8 uur.
De decennia erna brengen ons bij de tijden die de meesten waarschijnlijk in volle glorie hebben meegemaakt en natuurlijk nu nog steeds ervaren. Onze vereniging zelf heeft in deze laatste twee decennia ook veel groei meegemaakt. In 2010 verhuisde het ACD samen met de opleiding scheikunde van Roeterseiland naar Science Park. Dat maakte ook het einde van de Roetertoeter (RTTR), onze eigen bar op Roeterseiland. Op Science Park hadden we eerst nog niet echt een plek om te borrelen, dus werd dat vooral in het Hok of bij Nota Bene in het stadscentrum gedaan. Gelukkig werd in 2015 de Brainwave en de bijbehorende stichting opgericht waar we tot op de dag van vandaag onze wekelijkse borrels houden. Mocht je nog niet genoeg hebben gehad van deze korte geschiedenis van het ACD dan kun je hier verder lezen in de almanak die is geschreven voor ons 75-jarig bestaan met daarin interviews met ACD-ers uit de jaren 40 tot en met nu onder het kopje ACDecennia.
Deze tekst is opgesteld door Daan Jellema, voormalig lid van de Almanakcommissie die het Almanak 1945-2020 heeft geschreven.